Zwangerschap & Verlof
De Wet arbeid en zorg (WAZO) regelt verlofvormen. Zo bepaalt de wet dat werkneemsters die zwanger zijn of zijn bevallen van een kind minimaal vier en maximaal zes weken zwangerschapsverlof (en minimaal acht en maximaal tien weken bij een meerling) krijgen. De bijbehorende uitkering is 100% van het zogeheten dagloon, maar niet meer dan 100% van het maximumdagloon (per 1 juli 2022: € 232,90 bruto per dag).
U vraagt de uitkering aan en ontvangt deze tijdens het verlof. U betaald deze uitkering door aan de werknemer.
Niet bevallen, wel verlof
De WAZO kent ook verlofvormen voor de werknemers van wie de partner is of gaat bevallen. Zo heeft deze werknemer recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof. Het verlof wordt gebruikt op de dag van de bevalling. U betaalt tijdens het verlof het volledige loon door. Na de bevalling heeft de werknemer recht op doorbetaald geboorteverlof van maximaal één keer de arbeidsduur per week en vijf weken aanvullend geboorteverlof. De werknemer moet het aanvullend geboorteverlof binnen zes maanden na de geboorte opnemen. Het UWV keert tijdens het aanvullend geboorteverlof 70% van het dagloon van de werknemer uit, maar maximaal 70% van het maximumdagloon.
Betaald zorgen voor het kind
Beide ouders hebben recht op ouderschapsverlof van maximaal 26 maal de arbeidsduur per week, op voorwaarde dat het kind bij de werknemer woont en nog geen 8 jaar oud is. Sinds 2 augustus 2022 hebben beide ouders voor negen van de 26 verlofweken recht op een uitkering van het UWV. De voorwaarde dat de ouders de negen weken in het eerste levensjaar van het kind opnemen. De hoogte van de uitkering bedraagt (in herhaling) 70% van het dagloon, maar niet meer dan 70% van het maximumdagloon.
Op de website van het UWV staat een keuzehulp voor de verlofsoorten op basis van de WAZO voor ondernemers met een (aanstaand) gezin.