Opgave aan Belastingdienst van UBD (uitbetaalde bedragen aan derden)
Vorig jaar is er een verandering doorgevoerd voor het informeren van de Belastingdienst over uitbetalingen voor werkzaamheden of diensten aan personen die niet bij de opdrachtgever in loondienst zijn. Vroeger moest die informatie via de IB47-regeling bij de Belastingdienst worden aangeleverd. Dat hoefde alleen als de Belastingdienst erom vroeg. Over 2022 en latere jaren (dus vanaf januari 2023) gaat dit anders; de Belastingdienst heeft de UBD-regeling ingevoerd.
Met een ‘derde’ wordt bedoeld iemand die niet bij de opdrachtgever in (echte of fictieve) dienstbetrekking is. Voor deze persoon wordt dus geen aangifte loonheffingen gedaan. Verder geldt dat deze persoon niet aan de opdrachtgever factureert, of wél factureert, maar een factuur zonder btw stuurt. ‘Zonder btw’ betekent dat op de factuur 0% btw staat, € 0 btw of helemaal geen btw staat. Bijvoorbeeld omdat sprake is van vrijgestelde prestaties, of omdat deze persoon gebruikmaakt van de kleineondernemersregeling (KOR) of de verleggingsregeling.
De opgaaf UBD geldt ook als de derde een natuurlijke persoon-ondernemer is en bijvoorbeeld een inschrijving heeft in de Kamer van Koophandel. Waar het om gaat, is dat een betaling is gedaan aan een natuurlijke persoon die geen factuur uitreikt of wél een factuur maar zonder btw uitreikt.
De UBD-regeling wijkt nadrukkelijk af van de oude IB47-regeling, namelijk op de volgende punten:
Wijze van aanlevering
De UBD-informatie moet digitaal worden aangeleverd via een portaal bij de Belastingdienst. Dit portaal is in januari 2023 opengesteld.
Hoedanigheid van degene die UBD-informatie aanlevert
Het maakt nu verschil of de opdrachtgever een loonheffingennummer heeft of niet.
- Heeft de opdrachtgever een loonheffingennummer? Dan is hij een “inhoudingsplichtige uitbetaler“, hierna: inhoudingsplichtige. Het maakt voor de inhoudingsplichtige niet uit of hij voor de inkomstenbelasting zijn inkomsten aangeeft als winst uit onderneming (WUO) of als Resultaat uit Overige Werkzaamheid (ROW).
- Heeft de opdrachtgever geen loonheffingennummer? Dan bent u een “niet-inhoudingsplichtige uitbetaler“, hierna: niet-inhoudingsplichtige.
UBD-informatie aanleveren uit eigen beweging of op verzoek
Inhoudingsplichtigen moeten de informatie uit eigen beweging aanleveren bij de Belastingdienst. Zij krijgen geen uitnodiging meer van de Belastingdienst. Uitbetalingen die zijn gedaan in 2022 moesten uiterlijk op 31 januari 2023 worden aangeleverd. Uitbetalingen die zijn gedaan in 2023 moesten uiterlijk op 31 januari 2024 worden aangeleverd.
Niet-inhoudingsplichtigen hoeven de informatie alleen aan te leveren als de Belastingdienst er specifiek om vraagt.
UBD-informatie die moet worden aangeleverd
Inhoudingsplichtigen moeten de volgende informatie aanleveren:
- de uitbetaalde bedragen
- de datum van uitbetaling
- de persoonsgegevens van degene aan wie is uitbetaald: naam, adres, geboortedatum
- het Burgerservicenummer van degene aan wie is uitbetaald.
Niet-inhoudingsplichtigen moeten dezelfde informatie aanleveren, met uitzondering van het Burgerservicenummer.
De UBD geldt voor de betalingen aan de volgende personen
Niet-inhoudingsplichtigen moeten informatie aanleveren over uitbetalingen aan personen die niet bij hen in dienstbetrekking zijn en die de werkzaamheden of dienst niet als ondernemer uitvoeren. Deze groep komt dus overeen met de groep waarvoor voorheen de IB47-regeling gold.
Inhoudingsplichtigen moeten informatie aanleveren over uitbetalingen aan personen die niet bij hen in loondienst zijn, en die geen factuur uitreiken, of die wel een factuur uitreiken maar daarop geen btw vermelden. Voor inhoudingsplichtigen is de groep van personen waarvoor informatie moet worden aangeleverd dus veel groter. De Belastingdienst benadrukt dit in een vraag-en-antwoord toelichting die zij heeft gemaakt bij het portaal. De voorwaarde over de vermelding van btw betekent immers dat ook informatie moet worden aangeleverd voor uitbetalingen die zijn gedaan aan:
- ondernemers die btw-vrijgestelde prestaties leveren; bijvoorbeeld zzp’ers in het onderwijs, zzp’ers in de zorg of in de jeugdzorg.
- ondernemers die gebruik maken van de kleine ondernemersregeling (KOR).
De kans is groot dat dit laatste (nog) niet bekend is bij veel inhoudingsplichtigen. Ook is de kans groot dat btw-vrijgestelde zzp’ers niet beseffen dat hun opdrachtgever ook andere informatie zal opvragen náást de factuur, zoals het Burgerservicenummer.
Voor een betaling aan een vennootschap onder firma (VOF) of maatschap met natuurlijke personen voor werkzaamheden waarvoor een btw-vrijstelling geldt, hoeft volgens de Belastingdienst geen opgaaf UBD gedaan te worden.
Sanctie
Het niet-doen van de opgaaf UBD is strafbaar. Dit geldt ook voor het te laat indienen van de opgaaf UBD. De sanctie is een hechtenis van maximaal zes maanden of een geldboete van de derde categorie – € 9.000 – voor een overtreding uit artikel 68, eerste lid, Algemene wet rijksbelastingen.